Tag archieven: Archief

Moordweekend

In het weekend van 25 en 26 oktober 2014 organiseert de Vlaamse Vereniging van Misdaadauteurs haar eerste “MOORDWEEKEND”.

Het principe is eenvoudig: een Vlaams misdaadauteur organiseert in samenwerking met de plaatselijke Standaardboekhandel een evenement. Dit kan een lezing zijn, een wandeling rond een misdaadverhaal, een voorleesmoment, een voorstelling van een filmproject, een signeersessie.

 We hebben vastgesteld dat er heel weinig gebeurt voor de Vlaamse Misdaadauteurs, die dan ook nog eens niet altijd au sérieux worden genomen in literaire middens. Daarom is het noodzakelijk dat onze kwalitatief hoogstaande misdaadliteratuur onder de schijnwerpers wordt geplaatst,” stelt Christian De Coninck, voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Misdaadauteurs en zelf ook auteur.

De vereniging profileert zich daarom naar alle horizonten toe om de belangen van de Vlaamse misdaadauteur te verdedigen, maar ook om initiatieven te ondersteunen die de Vlaamse thriller in de belangstelling brengt.

Daarom wordt, onder andere, het “Moordweekend” georganiseerd. De Vlaamse misdaadauteur wordt de kans geboden om met zijn werken naar buiten te komen en zijn of haar lezers rechtstreeks te betrekken in het verhaal. Dit kan gebeuren door een gegidste wandeling, een lezing of een ander evenement.

Hieronder de lijst met de deelnemers:

Claes Jo Literair ontbijt -signeersessie

26/okt

10u30 Leuven Diestsestraat 127
Claes Jo Signeersessie

26/okt

13u30-15u30 Kortenberg Leuvensesteenweg 393
Geluykens Ludo Wandeling 25/okt+26/okt 14u30 Lier Antwerpsestraat 74
Jacobs Paul Signeersessie

25/okt

15u-17u Mortsel Statielei 85
Menheer Wim Signeersessie + Lezing

25/okt

13u30-14u30 Tienen Nieuwstraat 22
Ryserhove Katrien Voorstelling filmproject Beernem   Kerkhofdreef 1 25/okt+26/okt 10u-18u
Ryserhove Katrien Voorstelling filmproject

26/okt

11u-12u Oostkamp Kortijksestraat 29
Sonnst Jonathan Spannendste kwis (beamer)   -signeersessie

25/okt

14u-16u Zelzate Grote Markt 3
Van Damme Willy Plantynwandeling: Heilig Huisken,   Kloosterstraat 157

26/okt

14u
Van Damme Willy Signeersessie

26/okt

15u30-17u Antwerpen-Huidevetterstr. 57
Van Lier Hubert Straattoneel: Cruiseterminal kaaien

25/okt

13u30
Van Lier Hubert Signeersessie

25/okt

14u30 Antwerpen-Huidevetterstr. 57

Na elk evenement kunnen de geïnteresseerde lezers hun favoriete Vlaamse thriller laten signeren en/of aankopen. Ze krijgen ook uitgebreid de mogelijkheid om met de auteur te praten.
De geïnteresseerde lezers kunnen alle activiteiten, informatie over de Vlaamse thrillers en de auteurs volgen op de website van de vereniging: www.alibimagazine.be.

Volgend jaar zal de vereniging opnieuw een “Moordweekend” organiseren, waarbij nog andere initiatieven en evenementen zullen worden voorgesteld.

VLAAMSE LITERATUUR TUSSEN HAMER EN AAMBEELD

VLAAMSE LITERATUUR TUSSEN HAMER EN AAMBEELD

Ongelijkheden in het literaire grensverkeer

Raymond Rombout

Drie maanden geleden publiceerde de Nederlandse Taalunie een diepgaand onderzoek van Carlo van Baelen over het literaire grensverkeer op de Vlaams-Nederlandse boekenmarkt.  (1+1 = zelden 2. Over grensverkeer in de Vlaams-Nederlandse literaire boekenmarkt. Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Taalunie. Carlo Van Baelen. Oktober 2013)
Dat is een veelomvattende materie waarover voordien weinig tot geen onderzoek werd gedaan, vanwege complexe parameters. Het is dus de grote verdienste van Van Baelen dat hij op een wetenschappelijk doorwrochte manier een basis probeert te leggen met 70 bladzijden statistische gegevens. Vooruitlopend op de conclusie mogen we stellen dat hiermee een jarenlang vermoeden wordt bevestigd dat Vlaamse aanwezigheid op de Nederlandse boekenmarkt ondermaats is, terwijl dat andersom helemaal niet zo is.
Laat ons de bewijsvoering wat nader bekijken.

 DE ARENA

Vooreerst bakent Van Baelen de demografische en culturele gegevens af voor beide landen.
Anno 2012 heeft Nederland 16,6 miljoen inwoners. Vlaanderen 6,2 miljoen. (72,8 – 27,1%).
Wat al die inwoners van het Nederlandse taalgebied gemeenschappelijk hebben is:

  • Een gemeenschappelijke taal
  • Een vergelijkbaar opleiding- en inkomensprofiel
  • Grensoverschrijdende grote marktpartijen
  • Per inwoner vergelijkbaar te besteden bedrag aan A-boeken
  • Een goed uitgebouwde openbare bibliotheeksector
  • Een hoge leesvaardigheid

 Wat niet gemeen is:

  • Ondersteunende maatregelen van de overheid zijn in Nederland doeltreffender
  • In Vlaanderen speelt een derde speler mee langs de aanbodzijde  in het boekencircuit: de importeur.
  • Deelmarkten voor school-, vak- en wetenschappelijke publicaties zijn haast volledig thuismarkten in beide landen.

Dit zijn de krijtlijnen waarbinnen het beoogde project wordt geëvalueerd.

 Wat aanvullende uitleg:

  • A-boeken vormen het meest zichtbare segment van de boekenverkoop. Het gaat zowel om fictie als non-fictie. Dit zijn de boeken die hoog scoren op feestdagenlijstjes.
  • De boekenmarkt wordt in Nederland beter ondersteund door de overheid, omdat in Vlaanderen overheidssteun voor cultuur een wensdroom blijft.
  • De grensoverschrijdende marktpartijen gaat over de grote uitgeverijen die in beide landen actief zijn.
  • De deelmarkten zijn uiteraard gericht op de thuissituatie vanwege specifieke inhoud.

DEEL VAN HET GEHEEL

De auteur van de studie merkt op dat het draagvlak breder zou moeten zijn, maar dat dit niet het geval is. Literatuur is een wezenlijk onderdeel van algemene cultuur, maar verschilt qua draagwijdte in die zin dat het aandeel qua beleving veel groter is. In de overige culturele segmenten leven we zo goed als naast elkaar.
Op het gebied van media is grensoverschrijdende aandacht miniem (onder de 5 %). Dat is ook waar voor TV- en radiozenders (onder de 3 %, meestal langs de landsgrenzen). Een aangename uitzondering vormt theater. Liefst 240 gezelschappen steken regelmatig de grens over, waarbij Vlaanderen twee keer zoveel naar Nederland komt dan omgekeerd.

HET BOEK

In 2012 bedraagt de omzet van het A-boek in Vlaanderen 207,6 miljoen euro, in Nederland 544,8 miljoen. Dit bevestigt de verhouding qua bevolkingsaantal (27-73 %).
Qua afzet bestaat er echter een grote discrepantie. 60 % van de afzet voor A-boeken wordt beslist in Nederlandse redactiekamers. Andersom is dat slechts 5 %. Daarvoor zijn in de eerste plaats de Vlaamse uitgevers zelf verantwoordelijk omdat ze niet kunnen overleven met een protectionistisch beleid. Ze staan zelf in voor de doorstroming van Nederland naar Vlaanderen. Sommige Vlaamse uitgeverijen doen overigens alleen maar dat.
Omgekeerd ligt het verkeer zo goed als lam. Omdat de nood er aan ontbreekt. Vlaanderen overleeft dank zij Nederland maar omgekeerd heeft Nederland Vlaanderen niet nodig. Nog niet. Vlaanderen is de bonus waarmee het kantoor op de grachtengordel wordt betaald.

 Die grensoverschrijdende impact berust dus op vier pijlers:

  • Tal van concerns zijn over de grenzen actief, zoals Sanoma, Bridgepoint Capital, WPG, Polare, ECI en Bol.com.
  • De boekenlevering voor Vlaanderen wordt voor 60 % verzorgd vanuit het Centrale Boekhuis.
  • 60 % van de A-boeken is van Nederlandse makelij
  • De Vlaamse auteurs die faam verwerven worden liefdevol opgenomen in de Nederlandse familie


De productie

In het A-segment lopen de aandelen per land uiteen volgens genre:

                                                           VL                   NL

Strips                                                57 %                43 %

Kind- en jeugdboeken                56 %                44 %

Non-fictie                                        27 %                73 %

Fictie + literaire non-fictie      12 %                88 %

Vertaalde A-boeken                   14 %                86 %

 Bron: 1+1 = zelden 2.  Carlo Van Baelen. Oktober 2013

 Veelzeggend, nietwaar?

Het top-50 aanbod

Het onderzoek kon het top-50 aanbod van de A-boeken van 2009 tot 2012 meten. Over vier jaar was de Top-50 goed voor 17 % van de totale verkoop.
Ziehier een onthutsende tabel: 50 titels/jaar over vier jaar geeft een totaalscore van 200. Die werden aldus verdeeld qua verkoop:

Aantal titels in jaarlijkse top-50     VL       NL

Fictie Nederlandstalig                                     36        63

Fictie vertaald                                                    65        94

Non-fictie                                                             74        29

Kind- en jeugdboeken                                     25        14

 

Uitgegeven door VL uitgeverijen  99        0

Uitgegeven door NL uitgeverijen  101       200

 

Vlaamse auteurs                                   97        3

Nederlandse auteurs                             5          89

Vertaalde auteurs                                 98        108

 Bron: 1+1 = zelden 2.  Carlo Van Baelen. Oktober 2013

 Besluit: slechts 30 % van de titels komt in beide landen in de Top-50 voor, hoofdzakelijk vertaalde proza.

Deelsegmenten literaire consumptie

  • In het programma de Avonden van de VPRO kwamen in 2012 95 auteurs/boeken aan bod. 26 buitenlanders, 63 Nederlanders en 6 Vlamingen
  • In het programma Joos van de VRT kwamen in 2012 29 auteurs/boeken aan bod, 15 buitenlanders, 4 Nederlanders en 10 Vlamingen
  • In de Wereld Draait door werden van september 2012 tot mei 2013  32 boek van de maand-tips uitgebracht: 16 buitenlanders en 16 Nederlanders. Geen Vlaming.
  • In Alles uit de kast (VRT, 2006) kwamen 8 Vlamingen en 7 Nederlanders aan bod. 
  • In Iets met boeken (Canvas/VPRO, 2008) werden evenveel Nederlanders als Vlamingen geïnterviewd. Geen buitenlanders.
  • In Adriaan van Dis werden 78 auteurs geïnterviewd. 33 gasten waren Nederlandstalig, waarvan 5 Vlamingen.
  • In de in Nederland geregistreerde Leesclubs worden voor 43 % buitenlandse, 53 % Nederlandse en 4 % Vlaamse auteurs besproken. In Vlaanderen leest men bij de Nederlandstalige werken voor 58 % Nederlandse auteurs, tegenover 48 Vlaamse.
  • In de diverse boekenprijzen hebben we volgende verdeling qua winnaars:

Gouden Uil: 17 % Vlamingen, 83 % Nederlanders

AKO-literatuurprijs 15 % Vlamingen, 85 % Nederlanders

Libris-literatuurprijs 20 % Vlamingen, 80 % Nederlanders

VSB Poëzieprijs: 0 % Vlamingen, 100 % Nederlanders (hoewel Benno Barnard ondertussen is overgelopen naar Vlaams grondgebied)

Academica Literatuurprijs: 1 Vlaming op 18 bekroningen.

DE THRILLER

De Thriller (recent ook wel kookboeken) is het enige subgenre van de A-boeken dat in Vlaanderen met behoud van Vlaamse eigenheid wordt uitgegeven.
Ziehier de verdeling per nationaliteit voor de diverse thrillerprijzen:                                           

                                                                          NL     VL

  • NL  – Gouden strop                      20        6
  • NL – Schaduwprijs                        13        4
  • NL – Gouden vleermuis               1          0
  • NL – Crimezone Award (Ned)   8          3
  • B – Hercule Poirotprijs               0          16
  • B – Diamanten Kogel                     5          7

(De Hercule Poirot prijs wordt uitsluitend uitgereikt aan Vlaamse auteurs)

 Bron: 1+1 = zelden 2.  Carlo Van Baelen. Oktober 2013

 
VLAMINGEN AAN DE KLAAGMUUR

Binnen het boekenaanbod is genoeg diversiteit te vinden om de potentiële koper te overtuigen in zijn persoonlijke keuze. Maar is dat wel zo?
Bij het kiezen van boeken is informatie cruciaal. Vele lezers kopen blindelings de boeken van hun favoriet auteur, maar moeten ooit wel eens verder kijken. De mening van vrienden geldt dan voor iedereen als eerste criterium, gevolgd door de media en nadien het toeval in de boekenwinkel. Met dien verstande dat de aanraders van onze vrienden vaak al gevormd werd door de media.
Met wat je hierboven las kan je eigenhandig die vraag beantwoorden. Wat niet wordt getoond kan niet worden gekocht. Vlaamse literatuur in het algemeen en Vlaamse thrillers in het bijzonder geraken niet op Nederlandse toonbanken.
Gebrek aan kwaliteit? Ik denk het niet. Toch niet op het gebied van de literaire overtuigingskracht. Bekijk nog eens even de aantallen van de prijswinnaars hierboven, in verhouding met de bevolkingsaantallen.
Schort er wat aan de aanbodzijde? Voorzeker wel. Neem nu Crimezone.nl; De site is zeer bekend in Vlaanderen. Dat gevoel is subjectief, want nog niet gemeten. In de Thrillertiendaagse van december, die de Nederlandstalige thriller een hart onder de riem wil steken, kreeg Vlaanderen bij monde van mezelf welgeteld één volle dag: de Vlaamse vrijdag. Door een minderheid te bevestigen als minderheid aanvaard je ook die minderheidspositie en al haar nefaste gevolgen. Vraag het maar aan de vrouw in de maatschappij, de zwarten of homoseksuelen. Of al die andere excuustruzen. Blij met de aandacht, misnoegd vanwege de discriminatie.
Op het thrillerfeest in Zoetermeer in oktober werd uit een lijst van 99 boeken de beste thriller van het jaar gekozen. In de categorie Nederlandstalig dromden 21 Nederlanders voor erkenning. De enige Vlaming in het gezelschap – Bram Dehouck – werd verkeerdelijk met een Nederlands vlagje voorzien, zo geassimileerd lijkt hij met Nederland.
Recent lanceerde Crimezone de 40 nederlands(talige) debuten van het jaar. Ook daar weer één Vlaming, nl. de Nederlander Henk Vlaming. (Met, alle ironie ten top, “Een van ons”).
Alleen de Hall of Fame van de Crimezone leesclub vertoont normaal gedrag. Op 81 boeken kwamen er 49 van buitenlanders, 24 van Nederlanders en 8 van Vlamingen.
 

PLEIDOOI

Voor deze literaire discrepantie inzake grensverkeer zijn dus vele partijen (van beide landen) verantwoordelijk. Er vanuit gaande dat de historische wetmatigheid van klok en slinger ook hier van toepassing zal zijn, lijkt het aangewezen discrepanties weg te werken en samenwerking na te streven. Niet op basis van medelijden of woede, maar op basis van een streven naar gelijkheid.
Zolang, aldus Carlo Van Baelen, de informatie onvolledig, afschermend, of scheefgetrokken is – ongeacht of dit gebeurt vanuit een bewuste strategie, om redenen van tijd of kosten, door gebrek aan kennis of door actieve vooringenomenheid – zal het keuzeproces ook onvolledig, tendentieus en onvolkomen zijn.
Een verbetering van dit keuzeproces, door verbreding en verdieping van de informatie – wat de keuze tegelijkertijd veel complexer zal maken – moet dus vertrekken van een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de ‘informatie’, zowel op korte termijn (media, mediatoren, beïnvloeders) als op lange termijn (onderwijs, instituten, permanente vorming).

Vanaf vandaag: Vlaanderen boven, zeg dat Van Baelen het gezegd heeft.

Raymond Rombout 

Interview: Paul Jacobs

pauljacobs2PAUL JACOBS

GRAPPEN MAKEN IS NIET OM TE LACHEN 

 Jef Geeraerts en Bob Mendes worden aanzien als de pioniers in Vlaanderen van de misdaadroman. In hun zog installeerde zich één man: Pieter Aspe. Gepatenteerde troonopvolger, lang ook Koning Eénoog in het Land der blinden. Aspe werd een merk, een banier, een ambassadeur. Het volk verzamelde Aspe’s alsof hij de nieuwe Readers Digest was.

Toegegeven, jaren lang was de spoeling dun. Met alle respect voor wie het toen probeerde, want niet altijd was er gebrek aan kwaliteit. Eerder gebrek aan structuur.
Hoe dan ook, de kentering werd intussen duidelijk ingezet. Van achter de brede rug van Pieter Aspe gluren heel wat kandidaat vaandeldragers. Het wordt tijd dat we ze op hun waarde schatten, hen aan het woord laten, deze Vlaamse reuzen in wording.
Of u wilt of niet, het thrilt voortaan in Vlaanderen

Na Toni Coppers kregen we opnieuw een voormalige radioman aan de praat. Iemand die als producer decennia lang het aanschijn van quizzend Vlaanderen vorm gaf, zichzelf daarmee een naam maakte. We stellen de vraag in het interview, maar wat bezielt iemand zijn reputatie te grabbel te gooien en een thrillerreeks te starten? Hoogmoed? Pronken met belezenheid? Bezigheidstherapie voor een moeilijke oude dag?
Die gedachte kan ik meteen loslaten wanneer ik voor de man in kwestie zit en in zijn slimme oogjes kijk. Zonder er uit te zien als een gepatenteerde grappenmachine, voel je meteen hoe Paul alle binnenkanten van humor heeft beleefd, alle problemen met de voornaam kent. Mijn vragen kunnen dus maar beter à point zijn.
Paul Jacobs blijkt bovendien een minzaam causeur. Hij beheerst de kunst om zijn culturele bagage met mondjesmaat met je te delen. Heeft hij ongetwijfeld overgenomen van de talloze biografieën die hij verzamelt, van Woody Allen tot George Washington, die heel wat muurruimte inpalmen in het huis, van de gang tot de schrijfkamer.
Vijf thrillers heeft Paul Jacobs op zijn palmares. Ik las er een, en werd een fan. Ik las de derde en kan er niet meer over zwijgen.

“Je debuteerde op je 22e bij radioproducer Jan Geysen. Dat was begin jaren zestig. Hoe ging het er in die tijd aan toe op de radio?”

“Het was allemaal nogal ambachtelijk. Veel knippen en plakken. Nauwelijks elektronica. Jan Geysen hield van humor, maar was een snelle, gedreven man, die dicht op de actualiteit zat. We hadden net mei ’68 achter de rug, dus maatschappijkritiek was in de mode.
Het is trouwens een leuk verhaal hoe ik als groentje bij hem terecht kwam. Het begon hier, een paar honderd meter verderop. Ik zat in mijn eerste jaar RITS (filmschool) en deed het niet goed. Ik wist niet wat met mijn leven aan, behalve dat het rond schrijven en boeken zou draaien. Ik had een cabaretgroep opgericht, het vogelbekdier. Een vriend gaf me de raad Jan Geysen uit te nodigen op een optreden. Die is zowaar geweest. Twee maanden later kwam er een telefoontje uit Brussel: “de BRT vraagt u.” Geysen was komen kijken en zei dat hij wou beginnen met een dagelijks satirisch programma, waarvoor hij tekstschrijvers zocht. Of ik zin had? Een niet geuit gebed werd verhoord. Terwijl mijn medestudenten nog vier jaar studie voor de boeg hadden, zat ik middenin het vak, te zwoegen met bandopnemertjes, stugge schrijfmachines en vuil carbonpapier. Heerlijk.”

“Je was meteen gelanceerd?”

“Niet echt. Het programma bleek te kritisch, van alle kanten kwam verzet. De rechtse pers kon het niet vinden met linkse grappen. Na vier maanden werd het programma afgevoerd. Ik had plots geen job meer.  Toen bleek de naam Jan Geysen een geweldige referentie voor omroep Antwerpen. Het was de doorstart van mijn radiocarrière. Tien jaar later slaagde ik in het producerexamen van de BRT en kon ik eigen programma’s maken. “

“Na 1980 produceerde je bekende radioprogramma’s zoals Het vermoeden, De Taalstrijd, Kennis van Zaken , de Tekstbaronnen en de Rechtvaardige Rechters. Voor de TV bedacht je quizzen als de IQ-Quiz. Vrienden van je zeggen dat je een wandelende encyclopedie bent. Valt dat mee?”

“Ik ben alles weer aan het vergeten, dat schijnt typisch te zijn vanaf  je 60ste, Maar inderdaad, ik lees veel. Nu nog, maar actualiteit, de waan van de dag gaat tegenwoordig aan mij voorbij. Een recensent schreef ooit: de boeken van Jacobs zijn omgevallen boekenkasten, hij wil laten zien wat hij allemaal kent, maar hij komt er mee weg. Ik denk dat lezers die intellectuele weetjes wel naar waarde kunnen schatten.”

“Even fast forward: je schreef scenario’s voor tv-films. Bedacht quizzen die tot het culturele gedachtegoed behoren van tv-kijkend Vlaanderen. Je schreef een kinderboek, columns, je wint bij scrabble, schrijft tekstcartoons, verhalen, al dan niet historisch. Je bent gepokt, gemazeld en gelauwerd tot je schouders het niet meer kunnen dragen. Je kreeg Persprijzen, Sabam-prijzen en Pop Poll-prijzen. Alleen de Nobelprijs Literatuur lijkt buiten je bereik. Wat in hemelsnaam heeft je er toe bewogen in 2008 een thrillerreeks te starten?”

“Dat is een goede vraag. Ik was 56 toen ik loopbaanonderbreking nam. Mijn radio-ideeën waren een beetje op. Maar na 40 jaar werken dreigde thuis het zwarte gat. Toen ben ik in mijn kasten gaan rommelen en vond een reïncarnatiehoroscoop, die iemand in mijn jeugd voor mij maakte. Ik herlas de horoscoop en begon te fantaseren: stel dat het waar was, dat ik in een vorig leven werd geboren in de 16e eeuw, in Oxford woonde en aan al die andere beweringen beantwoordde. Stel dat je kon uitvlooien of zo iemand echt bestaat. Dan was dat een zeer boeiend gegeven, want je weet toch wat dat betekent?”

“Dat je je eigen toekomst kunt herschrijven?”

“Ja, maar ook dat het leven plots zin heeft, we allemaal naar een punt omega gaan, dat God bestaat. Een fantastische uitdaging. Ik mailde naar British Genealogy. Het antwoord kwam dadelijk, maar het was negatief. Engelse geboorteregisters zijn te vaag of onbestaand. Ik was terug bij af, tot iemand zei: schrijf daar een roman over. Dat was de aanzet tot mijn debuut, De Rode badkuip.

“Ik heb je laatste drie boeken gelezen. Kan je me even bijpraten hoe de relatie van Ellen en Thomas in de eerste twee delen ontstond?”

“Thomas Breens was een tv-presentator, een knappe, branieachtige actieman, die ruzie krijgt met zijn bazen, ontslag neemt, en Ellen ontmoet, een studente filosofie. Ze worden verliefd en beginnen in Frankrijk een Bed & Breakfast. Daarna beginnen hun avonturen.”

“In De laatste grap draait alles rond het programma De Potentaten, een niet eens subtiele verwijzing naar De Rechtvaardige rechters. De personages die je beschrijft zijn ijdel, onuitstaanbaar of homoseksueel. Enkele rekeningen vereffend, mijnheer Jacobs?”

“Zeker niet, het is eerder een hulde, het boek is ook opgedragen aan de échte potentaten.”

“Hoofdstuk 9 van De laatste grap begint met: “het was griezelig om zien hoe de dood van Myriam Molnar een lawine van schaamteloze sensatie in gang had gezet.” Is dat niet why media is all about? Ophef maken? Dingen ontdekken?

“Ja zeker, hé? Het is inderdaad de rol van de media om, gedreven door concurrentie, altijd te proberen het strafste, meest opvallende en sensationeelste verhaal te brengen. Ze moeten wel, dus krijg je escalatie. Ook onze hele economie zit zo in elkaar. Ingeboren hebzucht maakt dat mensen steeds rijker willen worden, succesvoller willen zijn en morele waarden zo afbrokkelen. Dit wordt bijna een filosofische discussie.” (lacht)

“De laatste grap heeft veel weg van een gesloten kamermysterie. Ik denk aan de moord in het wc-hokje.”

(Paul denkt diep na). “Dat is juist, een beetje John Dickson Carr. Dat was de koning van de gesloten kamer-moorden in de gouden jaren van de detectiveroman, de tijd van Agatha Christie en Ellery Queen. (Staat op en komt terug met een foto van Agatha Christie uit 1946, met handtekening. Paul Jacobs geeft een omstandig voorbeeld over een moord op een tennis gravel court – Moord op de tennisbaan van John Dickson Carr – waar slechts de voetsporen van het gewurgde slachtoffer zichtbaar zijn).

“Op de eerste bladzijden van het droomdagboek van Lavoisier vertel je dat wanneer een personage een droom vertelt, je de bladzijde over slaat. Je mist niets, zeg je. Dat meen je? “

“Ja. Ik vind dromen in boeken vaak te flauw, te bedacht en te gekunsteld. Dromen hebben zelden belang voor de plot, ze dienen alleen de sfeer. Ik denk: dat hoef ik niet te weten. Landschapsbeschrijving lees ik ook maar diagonaal. Je moet niet te eerbiedig zijn met boeken. Not everything is Shakespeare. Ik hoop uiteraard wel dat men mijn boeken woord voor woord leest. “ (Weer dat ondeugende lachje, waar hij patent op heeft)            

“En passant vermeld je Jung en zijn synchroniciteittheorie. Waarom zou hij een charlatan zijn?”

“Volgens Jung zou het radiobericht van een ontspoorde trein en het gelijktijdig ontvangen met de post van een modeltreintje, geen toeval zijn, maar synchroniciteit. Jung geeft geen verklaring, maar er bestaan verbanden die wij niet zien, beweert hij. Zelf ben ik in die zaken nogal down to earth, vrees ik, maar ik vind wel dat ik onderwerpen als reïncarnatie en voorspellende dromen mag gebruiken in mijn romans, zonder er zelf in te geloven.“

“Het bestaan van Antoine de Lavoisier is historisch bekend. Zijn dood door de guillotine is dat eveneens. Zijn dromen, droomdagboek met voorspellende krachten, compleet met toekomstperspectief voor de hele wereld zijn vruchten van je verbeelding. Hoe ontwikkelde zich dat stapsgewijs?”

“Hoe ben ik daar aan begonnen? (Mijmert even zoals hij dat als plotbedenker zou doen) Ik dacht : in het werkelijke leven is iedereen toch met dromen bezig? Wat is de betekenis van een droom? Mag ik er iets uit afleiden? Freud zocht er diepe psychologische betekenissen achter, maar die theorie valt wetenschappelijk niet te bewijzen. Maar het fenomeen droom blijft fascineren. Hoe komt je overleden moeder plots in je droom terecht als meisje van 24? Merkwaardig. Wat zou je met een droom kunnen doen? Wat als je droom uitkomt? Wat als een voorspellende droom werkelijkheid wordt? Het kan toch niet dat élke droom voorspellend is? Welke dan wel? Toen  kwam ik op die verjaardagen.  Op een huisgevel zag ik een notenbalk: do-mi-si-la-do-re. Dat is een calembour, een Franse woordspeling voor domicile adoré.  Gadverdekke, dat is bruikbaar. En zo verder. Een plot bedenken is vaak een intellectueel spel, waarvan je hoopt dat het sommige lezers zal aanspreken.”

“Je refereert veel naar films, Casablanca, All the President’s Men, In the Line of Fire. That’s another fine mess you’ve got me into, de key-phrase van Oliver Hardy. Je kunt je achtergrond niet wegstoppen. Benadruk je hiermee jouw filmische taal?”

“Ach, ik kijk graag naar films. Ik heb een viertal scenario’s voor tv-films geschreven. Ik hoor wel vaker zeggen dat mijn verhalen kunnen verfilmd worden. Ik zie de scène voor mij voor ik ze opschrijf. Ik probeer een verhaal zo plastisch mogelijk voor te stellen.”

“Victor Brauner,  de schilder om wie het allemaal draait in het droomdagboek van Lavoisier, bestond. Het zelfportret met één oog bestaat?”

“Ja. Brauner schilderde heel zijn leven zelfportretten met slecht één oog. Later, op zijn veertigste komt hij tussenbeide in een caféruzie, waarbij een vriend hem per ongeluk toetakelt met een glas, waardoor hij een oog verliest. Was dat toeval? Het kan niet anders, want wat is het alternatief? Had hij misschien een voorspellende droom? Ik denk van niet, maar het is wel sterk, een merkwaardig toeval. Je moet maar eens gaan kijken in het Centre Pompidou, in Parijs.”

“Thomas Breens is een gepensioneerde voormalige TV-presentator van 44 jaar die wel een groen blaadje lust. Hij verbaast er zich over hoe een jonge, verstandige, mooie vrouw als Ellen Rademakers, lic. Phil. Magna cum laude, het in deze uithoek van de wereld al zo lang uithoudt met een stugge zwijgzame holenbeer als hij. Toch bedriegen ze elkaar in zowat elk boek. Zijn zelfs groene blaadjes altijd groener aan de andere kant?”

“In de eerste boeken zijn ze trouw aan elkaar. Vanaf de laatste grap worden ze per ongeluk schuinsmarcheerders. Ik vind: als je een stelletje in je boeken opvoert en er zich een kans voordoet op een interessante complicatie in je plot, moet je dat gebruiken. Je hebt een aantal pionnen en je begint daarmee te schuiven. Dat maakt het verhaal rijker en gewaagder. “

 

LEZERSVRAAG “Zijn er feiten die tijdens uw werk bij de media zijn voorgevallen, die U in uw thrillers verwerkte?”

“Buiten die show met de Rechtvaardige rechters, waarrond de plot van de laatste grap draait, schiet mij niet zo dadelijk iets te binnen. Dus neen. “

“Dood van een egoïst” begint waar het droomdagboek van Lavoisier ophoudt: Thomas Breens zit in de gevangenis bij de mysterieuze Professor R, Ellen heeft afstand genomen van Thomas en de B&B in Normandië is verkocht. Was deze tabula rasa nodig?

“Daar heb ik al een beetje spijt van. Eigenlijk was met die B&B annex boekhandel nog meer aan te vangen. Maar het was onvermijdelijk. Thomas en Ellen gingen uit elkaar, dus konden ze zeker niet verder met hun Franse  B&B. Dan was het ook logisch dat Thomas terug naar België kwam.”

LEZERSVRAAG “Waarom geeft u in dit boek geen verklaring waarom Thomas nog in de gevangenis zit?”

“Ik heb getwijfeld, maar dacht dat het verhaal dan te log zou worden. Er is wel een kleine verwijzing (leest voor. Referentie naar een schot, een brand, de verzachtende omstandigheden) Meer denk ik dat niet nodig was. Ik vind niet dat je in elk boek het vorige moet herkauwen. En je kunt natuurlijk altijd het vorige boek lezen.“

“Dood van een egoïst” begint met de dood van Thomas vader. Van het beminnelijke vaderbeeld blijft niets over, wanneer Thomas het bureau van zijn vader doorzoekt. We krijgen eerst een overzicht van wat een intellectuele geest verzamelt: Cartier-Bresson, Kingsley Amis, Freud en Jung, en 1000 places to visit before you die. Maar Thomas vindt ook bezwarende krantenknipsels en een mysterieus wandelgidsje. Behalve dat dit de plot op gang brengt onthult het de afrekening tussen vader en zoon, wanneer die ontdekt dat zijn vader een notoire vrouwenloper was.”

« Eigenlijk vind ik die vader best charmant. Een bon vivant. Ik heb hem alleen maar  egoïst genoemd omdat dat zo mooi klonk in de titel. Hij werd chirurg omdat ik dat nodig had voor de plot. Hij moet een lijk in stukken hakken, dus slagers of chirurgen komen in aanmerking. Zo ga je verder. Ik begin vaak met één idee: wat als mijn erfgenamen mijn oude wandelgidsen vinden, met al die uitroeptekens en onleesbare opmerkingen? Dan ga ik wandelen met een notitieboekje op zak, om het verhaal verder uit te werken.”

“Vind je dat boeiend, die creatieve periode?”

“Ik vind dat een verschrikkelijke periode. Ik heb daar de pest aan. Het blijft altijd hard nadenken, struikelen, opnieuw beginnen. Het is boeiend, maar hard werk. Daar had ik zeker de tijd niet voor toen ik nog een full time baan had. “

 

LEZERSVRAAG: “Ik heb uw boeken nog niet gelezen, maar ben wel benieuwd. Kan ik met Dood van een egoïst beginnen of ben ik verplicht alle voorgaande delen te lezen?”

“Begin gerust met Dood van een egoïst. Indien de personages je bevallen, kun je later nog de draad oppikken. Dan lees je een beetje zoals in een flashback. “

“Dood van een egoïst” heeft iets Hitchcockiaans. De hoofdfiguur ontdekt wat niemand anders doorheeft, gaat alleen op onderzoek waardoor hij zelf in moeilijkheden raakt. Ben ik warm?”

“Dat vind ik een groot compliment. Hitchcock was geweldig, hoewel hij zelf andere schrijvers plunderde: Daphne du Maurier, Patricia Highsmith, Ernest Lehman….”

“U heeft het weer eens gedaan, mijnheer Breens. Met die stopzin beweert Commissaris Hayden dat Thomas steeds weer op de verkeerde plaatsen opduikt. Hayden was er al bij in De Rode Badkuip, in Brussel. In Dood Van een Egoïst is hij hoofdcommissaris in Antwerpen. De man heeft nogal veel jurisdictie, niet?”

“Ik ben blij dat je me de vraag stelt. Voor het eerste boek ben ik een politiecommissaris gaan opzoeken, die me wat wapens liet zien en het hele politieprocedurecircus uitlegde. Leerzaam maar nogal saai. Dus dacht ik: ik gebruik geen politieman als held. Een amateur is veel leuker, veel dichter bij mij. Maar die werkwijze maakt het ook ingewikkelder voor me. Thomas kan als amateur nooit een moord onderzoeken waar hij niets mee te maken heeft. Hij moet zich beperken tot zaken die zich in zijn omgeving afspelen. “

 “Dood van een egoïst” staat bol van plotwendingen, die, wat zeldzaam is, op geen enkele manier gezocht aandoen of onrealistisch lijken. Ik mag er hier niets over vertellen, maar je hebt je duidelijk geamuseerd, nietwaar? Teken je dat allemaal op voorhand uit of zijn dat ingevingen van het moment? Met andere woorden: schrijf je intuïtief of zeer gepland? “

“Het was, geloof ik, Vladimir Nabokov die in een interview vertelde hoe bij een vriend-schrijver de personages met hem altijd aan de haal gingen. Daarop riposteerde Nabokov: “Niet met mij. Mijn personages doen wat ik wil.”
Simenon begon te schrijven zonder te weten waar hij naar toe wou. Benny Baudewyns zegt dat hij dat ook zo doet. Ik probeerde het twee keer, maar zat halfweg strop en dan heb je een half jaar voor niks gewerkt. Dus dat durf ik niet meer. Ik moet nu echt goed vooraf weten wat mijn personages zullen uithalen. Eigenlijk moet ik àlles weten voor ik durf te beginnen. Het is ook een stimulans. Dan denk ik: nog zes hoofdstukken en ik mag aan dat geweldige einde beginnen, waarbij ik de lezer al die tijd op het verkeerde been heb gezet.”

“Werk je met een feitenbord?”

Ik schets een verloop: eerste moord, tweede moord. Thomas weet van niets. Politie komt erbij . Thomas moet vluchten. Vrouw bedriegt hem. Hij is kwaad. Je hoort het: vrij rudimentair. Sommige kenners beweren dat een boek dat zo vooraf is gepland stug en voorspelbaar wordt, maar dan is het de kunst van de schrijver om dat te vermijden. Ik blijf altijd chronologisch schrijven. Ik begin dus heus niet met die lekkere moordscène van hoofdstuk 17. Neen, dat is dan de beloning na het schrijven van 15 en 16.”

“Op het einde van het verhaal vertrekt Ellen naar Vancouver, in Canada. Ben je het volgende boek al aan het schrijven en speelt Vancouver daarin een rol? “

“Ellen speelt weer een rol. Thomas ontmoet een jonge vrouw die zich wil wreken op een serie vrouwenhaters.  Meer mag ik er van mezelf nog niet over zeggen. Eerst moet mijn toneelstuk af. Er zit volgens mij immers een mooie theaterthriller in mijn tweede boek: een ijskoud gerecht.

“Jouw thrillers zijn, naar het aanschijn van je visueel verleden, van een ijzerheinige (trouvaille van Jacobs!) degelijkheid. Ze zijn spannend, ze kloppen, ze zijn gevoelig en humoristisch. Persoonlijk vind ik ze van het beste dat ik de laatste jaren heb gelezen. Waarom vinden 30 000 andere Vlamingen dat niet met mij? Waar blijven de prijzen? De erkenning? De roem? Het standbeeld? De Paul Jacobslaan? “

“De Paul Jacobssteeg, zal je bedoelen? (lacht) Zeg het mij. Ik heb geen idee. Zou het niet kunnen dat ze wat te ingewikkeld van opzet zijn? Lezers geraken tegenwoordig maar moeilijk voorbij de tafel van de bestsellers. Maar dat gaat ongetwijfeld veranderen nu alle lezers Alibimagazine me hebben leren kennen, nee?”
Waarna weer dat slimme lachje opwelt. Als een smiley met geluid….

Raymond Rombout

(Verscheen eerder op Crimezone.nl)