Enkele maanden nadat de thrillerauteur Carl Visser een ophefmakende roman publiceerde die hem doodsbedreigingen opleverde vanwege moslimfundamentalisten, raakt hij na een auto-ongeval in een coma. Een aanslag, een ongeluk of een zelfmoordpoging ? De bonte kenissenkring van Visser besluit om verhalen te vertellen aan zijn ziekbed in de hoop hem zo uit zijn coma te lokken.
Moran, de 15-jarige dochter van Visser, verbergt zich in het toilet van de ziekenkamer en luistert met rode oortjes en een angstig hart toe. Gaandeweg begrijpt Moran waarom haar vader obsessioneel probleemlanden bezocht. Zijn hele leven heeft Visser een jeugdtrauma verborgen onder halve waarheden en herinneringen waarvan hij niet langer weet of ze werkelijk zijn of niet.
Moran ontrafelt deze puzzel niet zonder kleerscheuren. Ze wordt geconfronteerd met de gevolgen van haar vaders tomeloze ambitie. De loutering komt, zoals zo vaak, uit een onverwachte hoek.
De essentie van het boek is overduidelijk de zoektocht van de dochter naar het verleden van haar vader, en bijgevolg ook naar wie zij zélf is in deze verwarrende wereld. De originele invalshoek (dochter luistert verhalen van vrienden af vanuit het toilet van de ziekenkamer) waardoor verschillende periodes en aspecten van het leven van Visser stukje bij beetje worden voorgeschoteld aan de lezer, mist zijn uitwerking niet. De lezer krijgt het gevoel zelf in die ziekenkamer te zitten, een vleugje voyeurisme is nooit ver weg. De verschillende verhalen vloeien uiteindelijk samen tot een totaalbeeld van Visser en zijn relatie tot zijn omgeving en verleden.
Ondanks het feit dat de personages erg geloofwaardig zijn weergegeven, blijft de lezer hier toch wat op z’n honger zitten. Hoewel elk subverhaal bijdraagt aan het totaalpakket, blijft het soms toch wat te fragmentarisch om als een echt geheel over te komen.
Alhoewel moeilijk te vergelijken, was Van Laerhovens vorige boek Terug naar Hiroshima in dat opzicht overzichtelijker en meer samenhangend. Daar vielen op het eind alle verhalen van de hoofdpersonages naadloos samen. Hier is dat niet het geval en blijft de lezer toch nog met enkele “losse eindjes” zitten. Op zich is dit natuurlijk niet onoverkoombaar, niet elk verhaal moet gestroomlijnd zijn.
Maar al bij al blijft het een meeslepend verhaal waarin vele lezers echt zullen meegezogen worden.
Wim Van Loock