(Recensie)
Met zijn derde boek bewijst de Mortselse auteur Paul Jacobs dat in het Nederlands taalgebied een hele reeks uitstekende schrijvers bestaan. Zelfs indien men niet van het misdaadgenre zou houden, dan nog straalt van het boek de liefde van de auteur voor niet meteen de meest toeristische streek in zuidwest Frankrijk, nl. de Gers (of de Jerss zoals één der personages het noemt, de streek van d’Artagnan en Armagnac) met als hoofdstad Auch.
Het hoofdpersonage Thomas Breens wordt door zijn nichtje Lidy gevraagd wat haar man Pieter Defou bezield zou hebben zich voor een aanstormende trein te werpen. In een heus TGV-ritme volgen dan de wendingen voor de oudere Thomas en zijn jongere, enthousiaste en soms roekeloze vriendin Kristien vergelijkbaar met de dynamiek tussen Robert Langdon en Sophie Neveu in de Da Vinci-code. Ook in Jacob’s roman wordt het duo geconfronteerd met het instituut kerk en zijn protectionistische trekjes en schijn van oninneembaarheid. Toevallige ontmoetingen leiden uiteindelijk naar een verscheurende waarheid waarbij een busongeval ook een rol speelt.
Het derde deel in het boek breekt de cadans van de gebeurtenissen enigszins maar is essentieel, al is alles niet relevant.
Franse zonden is zijn plaats in het misdaadgenre zeker waard als vlotlezende thriller en heeft de nodige diepgang.
Houtekiet, 2015, 287 blz.
Walter Witvrouwen