Peter-Paul Dirickx: “Het Finis Terrae-schandaal”

peterpauldirickxEen aantal Vlaamse misdaadauteurs trachten de immens populaire thriller uit zijn keurslijf van bandwerk te halen. Ze willen niet de zoveelste stereotiepe thriller schrijven, maar hem op een hoger niveau tillen door een spannend plot te verrijken met een literaire (Bob Van Laerhoven met ‘De wraak van Baudelaire’), historische (Staf Schoeters met ‘Rubensrood’), psychologische (Rudy Soetewey met ‘Getuigen’) of maatschappij-kritische (Hubert Van Lier met ‘De Lange Wapper en de dode vrouw’) dimensie. Deze laatste benadering is het geval bij het nieuwe boek van Peter-Paul Dirickx, ‘Het Finis Terrae-schandaal,

 Inhoud

Het moordverhaal legt een link tussen de gebeurtenissen in twee steden: Antwerpen en Knokke. In Antwerpen wordt de bloedmooie en veel jongere vrouw van de schatrijke paté-boer Jean Vlaeminckx levenloos aangetroffen in het zwembad van zijn riante villa. Onmiddellijk valt de verdenking op de drie zonen van Vlaeminckx die hij op dezelfde dag in zijn villa had bijeengeroepen om zijn testament te bespreken. Het onderzoek wordt weer gevoerd door Max Pittoors, de blitse hoofdinspecteur van de Moordbrigade die in een zilvergrijze Porsche rondrijdt. Een aardige tegenvoeter dus van Columbo (met zijn sjofele jas en krakkemikkig autootje).

Geleidelijk komt Knokke in beeld als blijkt dat Vlaeminckx grootaandeelouder is in de selecte vereniging ‘Compagnie De Zon’ (dus niets te maken heeft met ‘Compagnie Het Zoute’) en eigenaar van de riante Rose Villa (Rose Hoeve) aan het Zwin. Deze vereniging zit achter het Finis Terrae-project met de bouw van 48 luxe-appartementen in een natuurgebied. Als Max ontdekt dat het helemaal niet meer boterde tussen Vlaeminckx en de Compagnie, werpt dit een nieuw licht op de zaak. Zijn zoektocht naar de moordenaar wordt er niet makkelijker op. Ondanks de vele intriges en tegenkantingen waarmee Max te maken krijgt, weet hij toch de moord op te lossen met nog een verrassende ontknoping.

Commentaar

Op nauwelijks verholen wijze brengt de auteur de financieel-politieke kringen in Knokke in opspraak. De verwijzingen naar de graaf en burgemeester van Knokke (Theodore Tytgat) en zijn broer van de F-bank (Eduard Tytgat) laten niet veel aan de verbeelding over.

Voor de fijnproevers biedt de auteur hier en daar wat lekkers aan. Eén voorbeeld: Bij het gezondheidsproject voor de hoertjes (Ghapro) denkt Max aan Gafpa, een verwijzing naar het bedrijfje in ‘Kaas’ van Willem Elsschot. Wie goed leest, vindt eveneens kritische bemerkingen die verwijzen naar onze maatschappij. Als vastgoedmakelaar kent Dirickx ongetwijfeld zeer goed het reilen en zeilen in de vastgoedsector. Dit komt het realisme alleen maar ten goede. De vele plaatsaanduidingen in Antwerpen en Knokke zijn authentiek en herkenbaar, wat uiteraard de beleving van de lezer vergroot.

Enkele opmerkingen: Het is niet ‘De Keizerlei’, maar ‘De Keyserlei’ (genoemd naar de kunstschilder Nicaise de Keyser 1813-1887). In het verslag van de Compagnie wordt plots de ik-vorm gebruikt, wat  niet gebruikelijk is. Maar dit zijn schoonheidsfoutjes.

Beoordeling

Dit boek levert heel wat meer op dan een spannend moordverhaal. Naast het ophangen van een kritisch beeld van de  huidige generatie, is het ook een striemende aanklacht tegen de onfrisse praktijken die heersen in de financiële en politieke middens van vandaag.
Een echte aanrader dus voor wie wat meer dan een gewone thriller wil lezen.

De Arbeiderspers, Amsterdam, 2010, 203 p. €18,95

 Willy Van Damme