R.J. Ellory: ‘Een mooie dag om te sterven’ (‘The Anniversary Man’, 2011)
Dit verhaal gaat, zoals vele thrillers, over de bijna onontkoombaar verbitterde en uitgebluste oudgediende bij de New Yorkse politie, Ray Irving. Hij heeft (een beetje té) veel ervaring met de zogenaamde zelfkant van de maatschappij, waarbij moorden en verkrachting hoogtij vieren. Hij is echter niet het stereotype van de gefrustreerde burn-out dat al te dikwijls wordt opgevoerd in politieromans. Een ietwat vreemd personage, John Costello, wordt dan ten tonele gevoerd. Hij is researcher bij een krant en draagt een zware last met zich mee. Hij is namelijk de enige overlevende van een seriemoordenaar met de pathetische naam ‘De Hamer van God’. Costello ontdekt een verband tussen, op het eerste gezicht, los van elkaar staande moorden. Er is een imitator aan het werk. Blijkt dat moorden gepleegd door seriemoordenaars in het verleden met een angstwekkende precisie worden gekopieerd, dit dan nog wel op de verjaardagen van de oorspronkelijke moorden.
Anders dan in vele thrillers wordt hier niet in het hoofd van de moordenaar gepeuterd, wat dit boek toch onderscheidt van de vele seriemoordenaarthrillers, die toch soms de pretentie hebben om met een flinke dosis huis-, tuin-, en keukenpsychologie, volledig de neuroses en andere vreemde dwanggedachten van de misdadiger in kwestie volledig in kaart te brengen. De drijfveer van Irving is het feit dat zolang hij de moordenaar niet kan inrekenen, er mensen zullen blijven sterven. Hij wordt gekweld door de “onstopbaarheid” van de misdadiger. Maar de toch wat maffe journalist Costello helpt hem wel om sneller verbanden te leggen tussen de huidige en eerdere moorden. Dit leidt tot een boeiende dualiteit: is Costello een onschuldig – voor zover journalisten onschuldig kunnen zijn – journalist, of weet hij meer omdat hij simpelweg zélf de dader is.
Er wordt ook nog een journaliste opgevoerd (de directe chef van Costello), die zorgt voor de seksuele spanning, die elke roman zo broodnodig heeft. Deze verhaallijn wordt gepast ietwat op de achtergrond gehouden, wat de spankracht van het misdaadverhaal zeker ten goede komt.
Door het tempo hoog te houden en de lezer bij zijn nekvel te grijpen houdt dit boek de spanning er goed in. Meerdere malen had ik de neiging me in de plaats te stellen van Irving, en hem aan te sporen tot deze of gene actie. Toch een teken dat dit boek niet een zoveelste hoe-pak-ik-een-seriemoordenaar-kloon is, waardoor tegenwoordig de boekenwinkels geteisterd worden. Nog een laatste bemerking: ook hier heeft de uitgever het niet kunnen nalaten om op de cover “literaire thriller” te vermelden. Dit predicaat wordt sinds enkele jaren ge- of misbruikt om het genre “thriller” zogenaamd wat op te waarderen. Dat kan de lezer dan gebruiken als excuus dat hij niet zomaar een thriller leest, maar wel een literair werk van hoogstaande kwaliteit. Laat dat “literaire” toch weg ! De thriller is al jaren populairder (wat een vies woord) dan ooit, en de lezers kunnen echt zelf wel uitmaken hoe goed een verhaal verteld en geschreven is.
Dit gezegd zijnde : ‘Een mooie dag om te sterven’ is een aanrader om enkele aangename uren weg te lezen.
Wim Van Loock