‘Dubbel gevoel’ door Carla Engelen

Dubbel gevoel

Met een ruk werd ik in de stoel gedrukt. Het toerental van de Range Rover trilde door mijn hele lichaam. In een opgejaagd tempo reden we langs de wegafzetting in de richting van het IJzeren Bos. Door de invallende schemering en de afwezigheid van andere weggebruikers leek de anders zo drukke weg surrealistisch. Alleen schelle sirenetonen en een blauw pulserend licht in de verte, vergezelden ons.

Een vlaag van misselijkheid overviel me. Honderden gedachten buitelden tegelijkertijd door mijn hoofd, voordat angst de radeloosheid verdrong. Als verlamd bleef ik naast hem zitten, mijn verkrampte nekspieren en het toenemend gebonk in mijn hoofd negerend.

Waarom was zijn stemming zo abrupt omgeslagen? Wat was hij van plan? Ik wist niet meer wat ik van de hele situatie moest denken. De laatste dagen had ik me suf gepiekerd over wat er aan de hand kon zijn. Wie sprak de waarheid? Hoe had zijn liefde zo plotseling kunnen omslaan?

Het was onbegrijpelijk dat de man met wie ik het laatste halfjaar lief en leed had gedeeld, voor wie ik alles zou doen, mij nu ineens zo vreemd behandelde.

Had ik maar niet in zijn verleden gewroet. Dan was alles nog goed. Had ik maar …

***

Nog dertig dagen

Loom lagen we tegen elkaar aan, nog steeds innig verstrengeld. Ik keek op naar mijn lief en voelde weer de tintelingen in mijn buikstreek die me sinds een halfjaar in hun greep hielden.

Wat was ik gek op hem. Dat dit gevoel wederzijds was, had hij me zojuist duidelijk gemaakt, toen hij lieve woordjes in mijn oor fluisterde, aan mijn oorlel sabbelde en met zijn zachte lippen de rest van mijn lichaam verkende, voordat hij …. Ik kreeg het weer warm als ik eraan terugdacht.

Mijn vingertoppen streken over zijn gemillimeterde haar, dat zo lekker borstelachtig aanvoelde. Ze gleden langs zijn voorhoofd, neus, kin en bleven uiteindelijk rusten op zijn gladgeschoren borst die als een zojuist veranderd getij in een kalm en regelmatig tempo op en neer deinde.

Mijn gedachten dwaalden af. Over een maand zou Patrick vijfendertig jaar worden. Om hem te laten zien hoeveel hij voor mij betekende, wilde ik iets speciaals voor zijn verjaardag regelen. Ik had besloten een surprise party te organiseren. Uiteraard In het diepste geheim…

Twee maanden geleden had ik mijn huurflat en oude leven vaarwel gezegd en was ik ingetrokken bij de man die constant in mijn gedachten was en bij wie ik voor altijd zijn wilde, het liefst tot de dood ons zou scheiden. Op de lange termijn natuurlijk.

Met mijn hoofd tegen zijn borst gevleid overdacht ik de praktische zaken die ik moest regelen, zonder dat hij iets in de gaten zou krijgen. Geen gemakkelijk opgave.

Ik voelde zijn warme adem langs mijn gezicht strijken en genoot van de energiestroom die door mijn lichaam golfde. Dit gevoel wilde ik voor altijd vasthouden.

Het duurde een tijd voordat de intercom een teken van leven gaf. Het gekraak en de steeds wegvallende stem aan de andere kant waren het bewijs van een inmiddels al lang ingezet aftakelingsproces. Het minstens veertig jaar oude flatgebouw aan de rand van de stad was dringend aan renovatie toe. Op de buitenmuren stonden hele graffitikunstwerken, afval lag in de struiken die het pad naar de toegangsdeur overwoekerden en in het voorbijgaan zag ik zeker vier hondensouvenirs op de stoep liggen, waarvan de afmetingen waarschijnlijk correspondeerden met het formaat huisdier en zeker niet met het normbesef van de eigenaars.

‘Isabel hier!’, schreeuwde ik tegen de krakende stem. Een haperend zoemgeluid volgde. Met mijn hele gewicht drukte ik tegen de voordeur die toegang gaf tot een donker portaal. Een mengeling van geuren, variërend van kookluchtjes tot pis, verwelkomde me. Met ingehouden adem sprintte ik naar de bovenste etage, waar de deur bij nummer 78 al open stond en mijn zus me begroette.

‘Ha meissie’, zei Inge en ze kuste me op mijn wang. Ze zag er moe en een beetje wild uit, wat ofwel te wijten was aan een heftige nacht stappen ofwel aan een zware dienst.

‘Ik heb nachtdienst gehad en ben net wakker’, beantwoordde ze mijn vragende blik. We konden nog steeds elkaars gedachten lezen.

‘Een burenruzie, inbraak en opgerolde wietplantage’. Demonstratief stak ze tijdens de opsomming achtereenvolgens de duim, wijsvinger en middelvinger van haar rechterhand omhoog. Met haar handen fatsoeneerde ze haar korte blonde lokken, die echter net als zijzelf eigenwijs waren en weer terugsprongen in de oorspronkelijke positie. Ze stak een sigaret op en hield het pakje Marlboro onder mijn neus. ‘Jij ook?’ Vervolgens herinnerde ze zich zeker dat ik gestopt was. ‘Dom van me!’

Toen ik haar vertelde over mijn plan om een surprise party voor Patrick te organiseren, was ze meteen enthousiast.

‘Natuurlijk wil ik je daarbij helpen, Isabel. Je weet dat ik altijd in ben voor een feestje. Vertel, wat ben je precies van plan?’ Kort maakte ik haar deelgenoot van mijn prille ideeën.

Inge kwam meteen met allerlei voorstellen. Heerlijk hoe spontaan en impulsief mijn zus altijd was. Eigenlijk was het vreemd dat we ondanks onze verbondenheid toch zo verschillend waren.

Inge was altijd al heel zelfstandig geweest. Ze wilde haar eigen weg bewandelen en had bewust gekozen voor een ongebonden bestaan. Een vaste vriend zou haar teveel in haar vrijheid belemmeren. De relaties die ze tot nu toe had gehad, hielden niet erg lang stand.

Vanaf de puberteit veranderde onze innige band.  Inge wilde zich losmaken van haar keurige familie en imago en misschien wel in het bijzonder van mij. Haar lange bruine krullen verruilde ze voor een kort blond kapsel. Het stond haar goed. Ook haar kledingsstijl transformeerde van onopvallend naar ruig. Ondanks die uiterlijke metamorfose zaten we op precies dezelfde golflengte. We begrepen elkaar zelfs zonder een woord te wisselen.

In grote lijnen vertelde ik Inge mijn voorlopige plan. Patrick gaf op zijn verjaardag tot 18.00 uur fitnessbegeleiding. Onder geen voorwaarde mocht hij daarna naar huis gaan. Inge begon hardop na te denken hoe we dit konden aanpakken.

Vier jaar geleden was Patrick gestart met zijn eigen sportschool, waar hij naast fitness ook spinning gaf. Als ex-marinier was hij altijd al fysiek bezig geweest en met die zaak had hij zijn droom waargemaakt. En uiteindelijk ook die van mij.

Ruim een half jaar geleden had ik hem daar namelijk leren kennen. Mijn slechte conditie bleek achteraf een zegen te zijn. Net dertig geworden, besloot ik dat het tijd werd om serieus te gaan werken aan mijn gezondheid. Roken, onregelmatig eten, weinig beweging en een zittend beroep zouden ongetwijfeld binnen afzienbare tijd hun weerslag hebben op mijn lijf, dat de laatste maanden toch al een ongewenst aantal extra kilo’s moest meezeulen.

Die bewustwording paste bij mijn leeftijd; als dertiger zou ik me voortaan verantwoordelijk gaan gedragen en mijn lichaam als een tempel in plaats van kliko beschouwen. Dat werd tijd.

Het kon toch niet zo zijn dat ik talloze patiënten dagelijks een dieetvoorschrift gaf en adviseerde hoe ze een gezond eetpatroon konden behouden, terwijl ik zelf leefde op koekjes, vette snacks en afhaalmenu’s? Ik besloot mijn bezoekjes aan de plaatselijke afhaalchinees te beëindigen en vanaf dat moment alleen nog maar uitgebalanceerde maaltijden tot mij te nemen, met gezonde tussendoortjes en veel water. Ook ging ik een kijkje nemen bij de sportschool, een paar straten verderop. Het voelde goed om na een vervelende periode in mijn leven het heft weer in eigen handen te nemen. Na mijn verbroken relatie had ik me volledig op mijn werk gestort en mezelf helemaal verwaarloosd. Mijn verjaardag luidde een nieuwe levensfase in, een uitweg uit het diepe dal waarin ik maandenlang had gezeten. Ditmaal zou ik definitief afrekenen met al mijn slechte eigenschappen. In het begin kostte me dat veel moeite en zelfdiscipline. Totdat ik de sportinstructeur ontmoette. Toen werd alles anders.

Patrick loodste me door het introductieprogramma. Telkens als ik hem zag, voelde ik een grote aantrekkingskracht. Tijdens de fitness deed ik extra mijn best, zodat hij me geen watje zou vinden. Die verliefdheid heeft me heel wat spierpijn gekost. Vooral zijn blauwe ogen vond ik onweerstaanbaar. Steeds als hij me aankeek kreeg ik het warm,  terwijl ik nog niet eens gesport had. Eerst dacht ik dat het toeval was dat onze blikken elkaar regelmatig kruisten. Waarschijnlijk zou hij alle dames op die manier aandacht schenken. Toch bleef die stoere man, die alleen al door zijn gespierde verschijning ontzag inboezemde, steeds oogcontact met mij zoeken. Niet veel later bleek ik de signalen goed te hebben geïnterpreteerd, toen ik tijdens een oefening mijn enkel verstuikte en hij mijn voet verzorgde en me naar huis bracht. Hij belde een aantal keren om te vragen hoe het met mijn enkel ging. Toen hij na een week vroeg of ik zin had om iets met hem te gaan drinken, hoefde ik niet lang na te denken over het antwoord. Intussen had ik het gevoel dat ik een marathon zou kunnen rennen.

‘Wat vind je ervan, Isabel?’ Inge wekte me uit mijn mijmeringen. Ze kwam met allerlei voorstellen om de verrassing voor Patrick extra groot te maken. Het kwam erop neer dat ze de sleutel van onze woning zou krijgen om de gasten te ontvangen en de laatste voorbereidingen te treffen, terwijl ik hem vanaf 18.15 uur bij de sportschool zou oppikken om hem zogenaamd mee te nemen naar een restaurant voor een romantisch diner. De rit daar naartoe zou ongeveer twintig minuten duren, waarna ik ineens tot de ontdekking zou komen dat ik mijn beurs thuis was vergeten en rechtsomkeert moest maken. Rond 19.00 uur zouden we bij ons huis arriveren waar iedereen zich inmiddels verdekt had opgesteld.

‘Super, Inge!’ zei ik toen we afscheid namen. ‘Ik bel je nog.’

Na mijn bezoek aan Inge, reed ik in mijn Kaatje terug naar huis, ondertussen ‘Everything’ luid meegalmend met Michael Bublé. Op een roze wolk en in een compacte grijze driedeurs zweefde ik onze straat binnen. Kleine druppels tikten voorzichtig tegen de voorruit, maar werden al snel overstelpt door een dicht watergordijn. De lucht was grauwgrijs geworden als op een troosteloze herfstdag. Niets leek erop te wijzen dat het voorjaar naderde. De wolken konden het lentegevoel in mijn buik echter niet verdrijven.

Ik zag dat de jeep nog niet voor de deur stond, wat ongebruikelijk was voor dit tijdstip.

And in this crazy life, and through these crazy times…’

Net toen ik de Ka de oprit opreed, hoorde ik, ondanks het hoge volume van de radio, een bekend geluid. De ringtone van mijn gsm. Waarschijnlijk was dat Inge die nog een nieuwe inval had gekregen.

‘Met mij!’ zei ik. ‘It’s you, it’s you…’ bevestigde Michael op de achtergrond.

Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Goedemiddag, u spreekt met de assistente van huisartsenpraktijk Nieuwstraat.’ Ik voelde mijn hartslag versnellen en kreeg het ineens erg warm. Waarom zou de doktersassistente mij in godsnaam bellen?

‘Spreek ik met mevrouw Oosterhuis?’ Ik bevestigde haar vraag en op haar verzoek zei ik mijn geboortedatum.

‘U hebt onlangs deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en de dokter wil u graag even zien in verband met de uitslag. Kunt u morgenochtend tijdens het spreekuur even langskomen?’

Ik was verbouwereerd. ‘Is er iets niet goed dan?’ De assistente kon er echter verder niets over zeggen. ‘Oké’, was het enige wat ik kon uitbrengen.

Dit was de eerste keer dat ik had deelgenomen aan zo’n onderzoek, waarvoor elke vrouw vanaf haar dertigste eens in de vijf jaar  een standaardoproep krijgt.  Het was geen prettig vooruitzicht geweest, maar ik zag het belang ervan in en had me tot zojuist nooit gerealiseerd dat er iets niet in orde zou kunnen zijn.

Plotseling voelde ik het bloed uit mijn gezicht wegtrekken en mijn handen klam worden. Een onaangename gedachte drong zich aan me op.

Ze zouden vast en zeker iets hebben gevonden en me voor een scan doorsturen naar het ziekenhuis. Als ik geluk had kon ik misschien nog geopereerd worden en zou mijn baarmoeder worden verwijderd. Misschien moest zelfs de hele handel eruit worden gehaald. Als ik in het gunstigste geval overleefde, zou ik dus nooit kinderen kunnen krijgen. Patrick zou me verlaten in de wetenschap dat hij nooit vader kon worden. Als in een speelfilm brandden beelden van een inktzwarte toekomst op mijn netvlies. Paniek hechtte zich aan mijn spieren vast, totdat een innerlijke stem me dwingend tot kalmte maande. Wat was ik toch soms een hypochonder, het zou vast iets onschuldigs zijn. Het schetsen van allerlei doemscenario’s had geen enkele zin. Langzaamaan werd ik rustiger.

Ik stapte uit de auto, liep naar de voordeur en zette mijn absurde waangedachten aan de kant, zodat ik me helemaal kon richten op het naderende feest. Er moest nog veel geregeld worden. Allereerst wilde ik een leuke uitnodiging maken. Hiervoor had ik een foto van Patrick als baby of jong kind nodig en een recente foto. Dat laatste zou geen probleem zijn, maar ik vroeg me af hoe ik zo snel aan een babyplaatje zou kunnen komen. Patrick had nauwelijks foto’s in huis en de spaarzame die er aanwezig waren, waren van vrij recente datum.

Ineens dacht ik aan de doos met spullen uit zijn jeugdjaren die ergens op zolder stond. Nog niet zo lang geleden had hij die van zijn moeder gekregen.

Eigenlijk was het vreemd dat ik nog nooit op zijn zolder was geweest. Misschien lag het aan de wankele vlizotrap of aan het ontbreken van een lichtpunt. Gewapend met een zaklamp klauterde ik naar boven, ondertussen links en rechts de spinnenwebben wegslaand. De donkere vliering stond volgepropt met allerlei dozen, zakken en losse spullen. Hoe zou ik hier ooit iets kunnen terugvinden? Waarschijnlijk zou ik vlak bij het trapgat moeten zoeken, omdat het voor de hand lag dat de meest recente zaken vooraan neergezet zouden zijn. Dat mijn redenering klopte, ontdekte ik al na tien minuten, toen ik de bruine enveloppe met ‘Patrick’ erop vermeld, uit een plastic boodschappenkrat viste.

Een beetje bezwaard haalde ik de inhoud uit het papieren omhulsel. Naast allerlei tekeningen, oude schriften en een antiek inentingsboekje, lagen er ook foto’s tussen de paperassen.

Een klein blond jochie keek met ondeugende blik in de camera. Een zwart-wit moment van gezinsgeluk was gevangen in een wit kader. Bingo! Ik had mijn foto gevonden. Mijn blik viel van het guitige kereltje op twee kleurenfoto’s die uit het stapeltje staken en zich nu in mijn hand bevonden. Op één foto zag ik een stralende Patrick, die zijn arm had geslagen om een mooie blondine met wie hij op de bank zat. De liefde die dit plaatje uitstraalde, trof me dieper dan ik had kunnen vermoeden.

Wie was deze vrouw? De tweede kleurenfoto liet een overduidelijk enthousiaste Patrick zien, omringd door prachtige vrouwen. Ik telde er zeker vijf, mogelijk waren er buiten het bereik van de cameralens nog meer. Zo te zien hadden ze het allemaal geweldig naar hun zin.

Hij had me nooit iets over zijn verleden verteld, realiseerde ik me nu. Wat wist ik in feite van hem? Hoe goed kende ik de man die sinds een half jaar mijn leven beheerste, eigenlijk?

Het zware motorgeluid van de Range Rover liet me opschrikken uit mijn gedachten.

Snel stopte ik de foto’s, tekeningen en overige aandenkens terug in de enveloppe en klom ik naar beneden. Net toen de vlizotrap met een klap de sporen van mijn zoektocht uitwiste, hoorde ik zijn stem.

‘Hallo schat! Waar ben je?’

‘Ik kom’, riep ik nog opgewonden van wat ik zojuist had gezien. Die kinderfoto voor zijn uitnodiging zou ik nu wel kunnen vergeten. Waarschijnlijk zou hij er niet blij mee zijn te ontdekken dat ik in zijn persoonlijke spullen had gesnuffeld. Bovendien had hij me onlangs nog nadrukkelijk gewaarschuwd niet naar de zolder te gaan. Wilde hij soms voorkomen dat ik daar iets zou aantreffen? Waarom moest ik zo nodig naar een kinderfoto zoeken? Ik voelde me zowel een bedrieger als bedrogene.

Met een bedrukt gemoed liep ik naar beneden, waar Patrick me in zijn armen nam en mijn twijfel hartstochtelijk weg kuste.

Nog 21 dagen

Afgelopen donderdag was ik naar de huisarts geweest. Met een opgejaagd hartritme zat ik te wachten op mijn beurt en het laatste oordeel. Eindelijk mocht ik naar binnen. De dokter kwam meteen terzake en vroeg of ik wisselende partners had. Ik slikte even en liet de vraag langzaam tot me doordringen. ‘Nee, ik heb een vaste vriend!’ antwoordde ik.

Op een weinig tactvolle manier vroeg ze vervolgens of mijn vriend misschien andere contacten had. Voordat ik verontwaardigd ‘Natuurlijk niet!’ kon uitroepen, vertelde ze me dat de uitslag van mijn uitstrijkje niet helemaal in orde was. Er waren bepaalde cellen in het baarmoederslijmvlies gevonden, die wezen op een chlamydia infectie. Was dat niet een …?

‘Dat is een SOA, ofwel geslachtsziekte’, ging de huisarts verder.

Ik wist niet wat ik daarop moest zeggen. Deze diagnose had ik totaal niet verwacht. In de verte hoorde ik vlagen van hetgeen de arts verder vertelde. ‘Geen symptomen’, ‘antibioticakuur’, ‘behandeling van uw partner…’ Het leek alsof dit gesprek niet over mij ging, sterker nog, alsof ik hier helemaal niet was en alleen maar akelig gedroomd had.

Een geslachtsziekte! Terwijl ik al een hele tijd monogaam was. Geen andere man had me in het afgelopen halfjaar aangeraakt, laat staan intiem benaderd. Geleidelijk drongen de implicaties van wat mijn huisarts zojuist beweerd had, tot mij door. Patrick was vreemdgegaan! Hij had iemand anders. Meteen zag ik weer de kleurenfoto’s voor me. Wie waren al die vrouwen, wat wist ik eigenlijk van hem? Wie was deze man die ik nog maar kort kende?

Verlangend naar antwoorden en in grote radeloosheid, worstelde ik mij door de dagen heen, voelde me ellendig en bovendien een lafaard. Waarom durfde ik hem niet met deze vragen te confronteren? Al eerder had ik hem eens gepolst over zijn verleden, zijn vroegere relaties, zijn periode als marinier, maar hij ontweek steeds mijn vragen en antwoordde dat hij het verleden wilde laten rusten. Ik was de enige die telde. Met mij wilde hij graag zijn toekomst delen.

Het bericht van de huisarts had me echter zo onzeker gemaakt, dat ik het onderwerp nog niet ter sprake durfde te brengen. Ik moest eerst zeker weten of hij me ontrouw was.

Ondertussen verstreken de dagen en begon ik Patrick voorzichtig te ontwijken. Als hij toenadering zocht, wendde ik voor dat ik me niet lekker voelde. Gelukkig respecteerde hij dat, maar hoe lang zou dat duren? Hoe lang kon ik voor de man van wie ik zielsveel hield verzwijgen dat hij me op ongenode gasten had getrakteerd en dat we dit gezelschap beiden weer naar buiten moesten zien te werken met het recept van de huisarts?

Ik werd bijna gek van achterdocht en verdriet, maar probeerde dat allemaal te onderdrukken. Ondertussen had ik de uitnodigingen verstuurd, de cateraar geregeld en de drank besteld en dat terwijl ik absoluut niet in feeststemming was.

Nog veertien dagen

Sandra, die twee straten verderop woonde, zat in de schoonmaakbranche. Ze was al enkele jaren in dienst bij Patrick. Eerst poetste ze alleen de sportschool, maar sinds anderhalf jaar maakte ze wekelijks ook zijn huis aan kant. Ik zag haar nauwelijks, omdat ze meestal kwam als ik in het ziekenhuis aan het werk was. Voor mij was een eigen schoonmaakster niet nodig, ik vond het zelfs een raar idee om een vreemde alleen in ons huis te laten, maar Patrick wilde haar graag aanhouden. Het vooruitzicht verlost te worden van die rotklussen, zoals het schoonmaken van de badkamer, toiletten of keuken, overtuigde me uiteindelijk. Ik vond het best dat ze bleef.

Sandra was een opvallende verschijning met haar ranke figuurtje, volle borstpartij en getoupeerde, blonde haardos, die hier en daar dringend een verfbadje behoefde. Waarschijnlijk had ze meer verstand van schoonmaken dan wasgoed verzorgen, want haar truitjes zaten allemaal strak gespannen en waren net iets te kort. Misschien had ze de labels met wasvoorschriften er te snel uit geknipt of misschien had ze die zelfs nog nooit geraadpleegd.

Toen ik op dag eerder van mijn werk terugkwam, had ze net de keukenvloer gedweild.

We dronken samen een kop koffie en maakten ‘gezellig’ een praatje.

‘Jij bent heel anders dan Vivianne’.

‘Vivianne?’

‘Ja, Patricks vorige vriendin. Wist je dat niet?’

‘Hij praat niet graag over zijn verleden.’

‘Dat kan ik me goed voorstellen. Tragisch, hoe ze aan haar einde is gekomen.’

‘Wat bedoel je, Sandra? Is die Vivianne dood?’ Ik slikte even. ‘Wat is er met haar gebeurd?’

‘Heeft Patrick je dat ook niet verteld? Ze lag beneden aan de trap, was helemaal van de zolder naar de benedenverdieping gedonderd. Ik heb haar daar gevonden, Jezus, als ik er aan terugdenk, krijg ik nog kippenvel.‘ Ze schudde demonstratief haar hoofd heen en weer en nam een slok van haar koffie die zo donker was als de uitgroei op haar hoofd. ‘Het gebeurde vlak nadat Patrick van huis was vertrokken en op weg ging naar de sportschool.’

‘Wat vreselijk moet dat zijn geweest’, zei ik.

‘Ja, echt afschuwelijk was dat ongeluk.’ Op zachte toon ging ze verder.  ‘Hoewel, ongeluk…. ‘ Ze twijfelde even.

‘Wat wilde je zeggen?’

‘Nee, dat gaat te ver.’

‘Vertel het me alsjeblieft, Sandra. Ik wil het graag weten’, drong ik aan.

‘Oké, maar je mag het absoluut niet aan Patrick vertellen.’

Mijn nieuwsgierigheid dwong me ongewild tot de belofte dat ik dat niet zou doen.

‘Sommige mensen suggereerden dat Patrick haar een handje had geholpen. Maar dat heb je niet van mij!’, voegde ze snel eraan toe. ‘Hoewel hij af en toe heel kwaad kan worden. Ik heb hem eens meegemaakt tijdens zo’n bui. Nou, ik werd bang van ‘m’. Ze keek er ernstig bij.

‘Over angst gesproken, ben je niet ongerust voor kapers op de kust? Hij is niet mijn type, maar ik zou toch maar goed op die kerel van jou passen. Hij ligt goed in de markt bij de dames. Vooral bij die fitnessgrietjes. ’

Ze dronk haar laatste slok koffie en stond op. ‘Die keukenkastjes sop ik volgende week wel uit. Leuk dat je even tijd had voor een praatje’, voegde ze er nog snel aan toe, voordat ze afscheid nam.

Gelukkig wachtte ze mijn antwoord niet af.

Meteen toen ze weg was, ging ik op zoek naar de decimeter troost die nog ergens in een oude tas verborgen zat. Voor noodgevallen, zoals nu. Met bevende handen bracht ik de aansteker naar de punt van mijn allerlaatste sigaret. Toen het uiteinde rood oplichtte, werd ik rustiger.

Nog een week

Het was druk op de afdeling. Mijn agenda puilde uit, niet alleen met patiëntenafspraken maar ook met diverse vergaderingen. Ondertussen moest er nog het een en ander geregeld worden voor de surpriseparty. De tijdsdruk en mijn ongerustheid spanden samen en hielden mij in hun greep. Het leek alsof ik in een uitgangloos labyrint ronddoolde, waar het niet uitmaakte welke kant ik zou kiezen, het resultaat zou toch gelijk zijn.

Eén patiënt vroeg me naar het dieet dat ik volgde. Ze had mijn gewichtsverlies van de laatste weken opgemerkt. ‘Liefde’, zei ik lachend. ‘Dat is het snelst werkend dieet.’ Maar niet altijd verantwoord dacht ik er meteen bij.

Omdat ik in tijdnood kwam, besloot ik een beroep op Inge te doen. Gelukkig was ze meteen bereid een aantal zaken voor me te regelen.

Opgelucht wierp ik mijn donkerbruine krullen achterover en bond ze vast in een staart. Verdorie, mijn haar. Ik moest ook nog naar de kapper!

Mijn drukke bezigheden konden het dubbele gevoel van de afgelopen dagen niet naar de achtergrond verdringen. Ik moest met Patrick praten, dit zwijgen hield ik niet lang meer vol. Straks zou ik hem vertellen over de infectie en hem rechtuit vragen of ik wel de enige was voor hem. Mijn hart zou breken als hij een ander had.

Meteen daarna dacht ik echter aan al het werk dat Inge voor mij had gedaan om Patricks verjaardag en ons samenwonen te kunnen vieren. Ik kon het hem nu niet vertellen. Nog niet.

Patrick stond onder de douche toen ik thuiskwam. Meestal douchte hij op school en had ‘ie een trainingspak aan. Nu lagen zijn spijkerbroek en witte hemd op het bed. Ik hing de broek op een kleerhaak. Toen ik zijn overhemd wilde weghangen, drong een penetrante geur mijn neusgaten binnen. Ik herkende het parfum onmiddellijk, maar het was niet het mijne. Ik kende maar één persoon die deze zware oriëntaalse geur gebruikte. Het zou toch niet?

Meteen zette ik die belachelijke gedachte uit mijn hoofd. Hou op, sprak een innerlijke stem. Waar ben je toch mee bezig? Doe normaal en zoek niet overal wat achter. Je houdt zielsveel van Patrick en hij van jou!

Dat klopte. Ik hield van hem en dat gevoel leek wederzijds te zijn. Woorden konden iemand misleiden, maar blikken en lichaamstaal spraken altijd de waarheid. Mijn vrouwelijke intuïtie was de afgelopen dagen echter flink op de proef gesteld en daardoor enigszins ontregeld. Er waren teveel onduidelijkheden om dat vrouwelijke oerinstinct blindelings te volgen. Gezond verstand kwam ook om de hoek kijken en was zich er weer eens ongevraagd mee gaan bemoeien.

‘Dag schat’, hoorde ik achter me. Twee stevige en natte armen pakten me vast en hielden mij een tijdje in hun greep.

‘Patrick, je liet me schrikken!’ Ik wilde nog meer zeggen, maar zijn lippen legden me het zwijgen op. In een soepele beweging tilde mij me op en liep in de richting van ons bed. Ineens dacht ik weer aan het parfum, het koffiekransje met Sandra, de foto’s met vreemde dames en het uitstrijkje.

Hij was al bezig met het losknopen van mijn blouse, toen ik me uit zijn greep bevrijdde, me verontschuldigde en zei dat ik me niet goed voelde. Dat was niet eens gelogen.

Zonder een woord te zeggen ging hij terug naar de badkamer. Er hing ineens een drukkende sfeer in huis, die zo benauwend was dat ik dacht flauw te gaan vallen.

Ik wierp me op bed en met mijn gezicht in het kussen gedrukt, probeerde ik het gesnik te dempen.

De verjaardag

‘Ik kom je om 18.15 uur ophalen, schat’, zei ik. ‘Om 18.45 uur heb ik een tafel voor ons tweetjes bij Belle Vue gereserveerd.’ Ik stopte de jeep voor de sportschool, kuste hem nogmaals voordat hij uitstapte en reed toen door naar het ziekenhuis. Helaas had ik vandaag  geen verlofdag kunnen opnemen.

Eindeloos traag verstreek de tijd en toen het vier uur was en ik de laatste patiënt onverbloemd verteld had dat ‘ie zelf mocht beslissen of hij serieus iets aan zijn gewicht wilde doen of toch liever die hartaanval afwachtte, ging ik op weg naar huis. Ik nam een glas port, wat ik anders nooit overdag deed, douchte, maakte me zorgvuldig op en trok mijn little black dress aan. Toen ik mijn lievelingsgeurtje opsprayde, ging de bel. Snel rende ik trap af en opende de voordeur.

Daar stond Inge, precies op de afgesproken tijd. Ze had haar uniform nog aan en haar dienstwagen stond voor de deur.

‘Sorry, Isabel, ik moest een dienst van een zieke collega overnemen en had geen tijd om me te verkleden’, excuseerde ze zich. ‘Maar alles gaat verder volgens plan.’

Ik gaf haar een zoen, glipte in mijn korte wollen jas en haastte me naar de terreinwagen. Stipt om 18.15 uur stond ik voor Patricks school.

Zoals afgesproken zou ik buiten op hem wachten, maar toen hij er na een kwartier nog niet was, besloot ik naar binnen te gaan. Er mocht nu geen kink in de kabel komen. Een strakke timing was essentieel.

Net toen ik bij de ingang stond, kwam Patrick naar buiten. Ik wilde hem omhelzen, maar hij greep me bij mijn pols en trok me mee in de richting van de jeep. Hij zei geen woord.

‘Patrick, wat is er aan de hand?’

‘Geef me de sleutels’, zei hij alleen kortaf. Ik reikte hem de sleutelbos aan.

‘Stap in! We gaan even een ritje maken!’

‘Maar Patrick, ik heb een tafel gereserveerd, we hebben geen tijd om …’

‘Je gaat me eens vertellen waarom je je de laatste tijd zo vreemd gedraagt. Ik wil weten wat er aan de hand is, Isabel. ’

‘Patrick, alsjeblieft, dit is je verjaardag. Laten we het leuk houden’, smeekte ik, maar hij was niet te vermurwen.

Uiteindelijk vertelde ik hem wat Sandra me gezegd had. Hij keek me een tijdlang zwijgend aan.

‘Dus jij gelooft haar en wil niet mijn kant van het verhaal horen? Ik had jou toch hoger ingeschat. Vivianne heeft een vreselijk ongeluk gehad, waar ik me heel lang schuldig over heb gevoeld. De zoldertrap is instabiel en gevaarlijk. Daarom wilde ik ook absoluut niet dat je naar de zolder zou gaan. Je denkt toch zeker niet dat ik …‘

Ik zweeg. Hij volgde mijn voorbeeld.

Ineens werd ik met een ruk in de stoel gedrukt, toen hij een flinke stoot gas gaf. De Range Rover vloog in volle vaart in de richting van het IJzeren Bos.

‘Patrick, waar ga je naartoe, Belle Vue is de andere richting uit. Patrick, rijd niet zo hard, doe eens rustig aan. Wat is er toch met jou aan de hand?’ schreeuwde ik.

Zijn antwoord werd overstemd door een luide sirene. Ik keek achterom en zag dat een politieauto ons achtervolgde. Het rode stopteken lichtte op.

In plaats van vaart te minderen, trapte Patrick het gaspedaal nog dieper in en draaide de Provinciale weg op. De anders zo drukke weg zag er desolaat uit. Patrick manoeuvreerde de terreinwagen tussen de afzettingspaaltjes door.

‘Patrick, wat doe je? Er is een omleiding, we mogen hier niet rijden’. Ik begon me nu echt ongemakkelijk te voelen. Onbewust had ik mijn nagels in de neergeklapte armleuning gezet. Als honderden kleine speldenprikjes golfde een tinteling door mijn ledematen. ‘Alsjeblieft, Patrick, ik smeek je, stop!’ Warm vocht vloeide over mijn wangen.

De jeep vloog over de verlaten weg waarvan de bovenste asfaltlaag weg geschraapt was. We reden nog steeds in de richting van het IJzeren Bos. De invallende schemering bezorgde me een onheilspellend gevoel. Ondertussen hadden we de hoofdweg verruild voor een al even rustige zijweg die ons naar het bos leidde.

De politieauto volgde ons nog altijd. Ik wist dat de verharde weg zo meteen over zou gaan in een zandpad. Patrick moest dat ook weten. Waarom had hij deze route genomen als hij van tevoren wist dat er geen doorgang was? Het was een onverstandige en onverklaarbare actie van hem. Verdomme, waarom was hij niet gewoon gestopt toen de agenten hem daartoe verzochten?

Op de open zandvlakte vlakbij de bosrand, bracht Patrick de wagen abrupt tot stilstand. Het zand stoof aan de zijkanten als fonteinstralen omhoog. Nog steeds zweeg hij.

Ik durfde niets te zeggen en bleef als verlamd naast hem zitten, niet in staat om nog helder te denken. Hoe waren we eigenlijk in deze situatie verzeild geraakt?

Sandra’s woorden kwamen ineens bij me op ‘Hij kan heel kwaad worden. Ik heb hem eens meegemaakt tijdens zo’n bui. Nou, ik werd bang van ‘m’.

‘Stap uit en leg uw armen achter uw hoofd’, gebood een blikken stem. In verdoofde toestand stapte ik uit en zag dat Patrick hetzelfde deed.

Een politieagent kwam naar ons toe lopen en gebood: ‘Op uw knieën!’

Net toen ik hieraan gehoor wilde geven, zei de agent: ‘Dat geldt alleen voor meneer. U kunt blijven staan, mevrouw.’

Wat was dit voor rare situatie? We waren toch zeker geen criminelen.

Mijn vriend zakte op zijn knieën, keek eerst naar de agent en toen naar mij. ‘Gaat uw gang’, hoorde ik.

Patrick bracht zijn armen voorzichtig naar beneden, ging met de rechterhand naar zijn broekzak en haalde er iets uit. Nog steeds zat hij geknield.  Het volgende moment keek hij me indringend aan. Zijn gezichtsuitdrukking was ontspannen en hij maakte geen boze indruk.

‘Lieve Isabel, ik wil je iets vragen.’

Hij strekte zijn arm en opende langzaam zijn gesloten hand. In het midden van zijn handpalm lag een klein vierkanten doosje.

‘Schat, wil je met me trouwen?’

Het duurde even voordat ik besefte wat hier gebeurde. Mijn brein kon de gebeurtenissen van het afgelopen kwartier niet zo snel verwerken. Voordat ik een woord kon uitbrengen, rook ik een bekende, zware geur.

‘Inge! Wat doe jij hier?’

Ze was ongemerkt uit de politieauto tevoorschijn gekomen en liep nu naar ons toe.

‘Oh, meissie, vergeef me dat ik met Patrick heb samengespand voor dit huwelijksaanzoek. Hij wilde je zo graag verrassen en ik heb hem daarbij een beetje geholpen.’

De spanning die zich in mijn lichaam had opgehoopt, zocht een uitweg. Hoe ik mijn best ook deed, de tranen bleven stromen. Ik heb geen waterproof mascara op, dacht ik in een flits.

Patrick veerde op uit zijn knielpositie, nam mijn gezicht in zijn handen en streek met zijn duimen langs mijn wangen. Vervolgens kuste hij me liefdevol.

‘Ik hou van je, Isabel.’

‘Ik … ook … van … jou’, stamelde ik. ‘Maar ik weet niet of …’

‘Wat weet je niet?’

‘Of ik wel de ware ben voor je!’

Patrick trok zijn wenkbrauwen op.

‘Ik moet je eerst iets vertellen, Patrick. Iets wat je nog niet weet.’

Inge pakte ineens mijn arm vast. ‘Kan ik je heel even onder vier ogen spreken?’ Zonder mijn antwoord af te wachten, trok ze me mee in de richting van de jeep, terwijl Patrick een beetje beduusd achterbleef.

‘Vanmiddag kreeg ik een telefoontje van de huisarts. Het is weer eens zover.’

‘Wat bedoel je?’

‘Bij een onderzoek hebben ze alweer onze gegevens verwisseld. Je zult er vast nog over worden gebeld, of wist je het al?’

‘Nee, ik weet nergens van. Bedoel je dat jij een …’ Ik hoefde mijn zin niet af te maken. Inge bevestigde wat ik al vermoedde. Zij was onlangs ook dertig geworden en had natuurlijk eveneens een oproep voor het bevolkingsonderzoek gekregen.

‘Het wordt tijd dat jij een andere achternaam krijgt, zusje’, zei ze.

Allerlei emoties overspoelden me. Opluchting, bezorgdheid, boosheid en vreugde wisselden elkaar af.

De hele situatie was ook te absurd voor woorden. Daar stonden we dan, in een donker, koud bos dat af en toe blauw oplichtte, midden op een rulle zandvlakte, waarin de hakken van mijn pumps steeds verder wegzakten, te praten over verwisselde SOA-uitslagen. En dat alles op de verjaardag van de man die mij zojuist gevraagd had of ik de rest van mijn leven samen met hem wilde doorbrengen.

Verdorie! Patrick! Ik had hem nog geen antwoord gegeven.

Ik rende naar hem toe en stortte me in zijn armen.

‘Ja!’ zei ik.

Hij kuste me, zwaaide me een paar keer in het rond en droeg me naar de jeep. ‘Kom, we gaan naar huis om rustig bij te komen. Dat etentje doen we wel een keer over!’

***

Zes maanden later

Onze lichamen plakten aan elkaar vast. Zweetdruppeltjes parelden vanaf zijn behaarde borst in de richting van zijn navel. Het was benauwd in de donkere hotelkamer.

Ik keek naar de man naast mij en streek met mijn vingers door zijn halflange, zwarte haren.

Zijn blik gleed vanaf mijn ogen naar beneden en weer terug.

‘Wat is er?’

‘Je hebt een prachtig figuur!’ zei hij. ‘Volgens mij sport je veel!’

Ik glimlachte. ‘Ja, ik fitness regelmatig.’

Hij draaide zich om en reikte naar het doosje op zijn nachtkastje. ‘Jij ook?’

‘Nee, dank je, ik ben gestopt’, vertelde ik hem.

Hij nam een trek en inhaleerde diep.

Rook verspreidde zich en bleef als een deken hangen in de toch al bedompte ruimte. De atmosfeer van de warme nazomer liet zich niet snel verdrijven.

‘Wanneer zie ik je weer, Isabel?’ vroeg hij bij het afscheid.

‘Ik neem wel contact met je op. Patrick is nogal achterdochtig.’

Onderweg naar huis stroomde de opwinding door mijn lijf toen ik terugdacht aan het rendez vous van zojuist. Ik had de spanning, de adrenaline de afgelopen maanden gemist.  Het verlangen was weer sterker dan mezelf geweest, maar dit was echt de laatste keer. Patrick zou er niets van hoeven te weten. De man van mijn leven wilde ik niet verliezen.

Morgen was de grote dag.

© Carla Engelen