(een korte inleiding)
Arthur Conan Doyle publiceerde naast historische romans vier detectiveromans (‘A Study in Scarlet’ 1887, ‘The Signe of Four’ 1890, ‘The Hound of the Baskervilles’ 1902; ‘The Valley of fear’ 1915) en 56 detectiveverhalen (verzameld in: ‘The Adventures of Sherlock Holmes’ 1892; ‘The Memoirs of Sherlock Holmes’ 1893; ‘The Return of Sherlock Holmes’ 1905; ‘His Last Bow’ 1917; ‘The Case-Book of Sherlock Holmes’ 1927). Ze hebben allemaal Sherlock Holmes als centrale held.
Het is Doyles verdienste om het sensationele binnen de perken te houden, daarbij schetst hij de intellectuele operaties van Holmes op een onderhoudende manier waardoor deze de stugheid van het traktaat à la Poe verliezen. Dit is in de eerste plaats aan de figuur van Watson te danken, door zijn vragen en verkeerdelijke conclusies laat hij de analyse in dialogen vervloeien zodat de lezer de gedachtesprongen gemakkelijker kan volgen. Hierbij valt op dat bepaalde gesprekssituaties in de verhalen altijd opnieuw opduiken (bv. de beginscène); ook verloopt de analyse volgens een bepaalde formule, op deze wijze biedt de regelmatige lectuur van de Holmes-avonturen alleen al op grond van de herhalingen het nodige amusement, omdat elke herkenning een esthetisch genoegen uitlokt, al is de aanleiding nog zo onbeduidend. Niet alleen het plezier van het meedenken maar ook het plezier van de stereotiep weerkerende herkenningspunten van de personages en hun handelingen verzekerde de Sherlock Holmes-verhalen van een immens succes.
Bovendien verbindt Doyle de analytische, nuchtere delen met veel acties van de hoofdfiguren. Holmes – in tegenstelling tot Dupin – is vaak in beweging, zo verstopt hij zich, luistert af en valt aan. Naast de ultieme ontrafeling van de moord wekken ook de kleine hindernissen die de held moet overwinnen de spanning op.
Doyle kan ook de lezer emotioneel beroeren door in de beginscènes Holmes’ cliënten als wanhopig of op de vlucht voor te stellen. Deze gemoedsstemming wordt op de lezer overgedragen die op zijn beurt de opheldering van de misdaad intensiever verlangt.