Analytisch intellect
In 1841 publiceerde de Amerikaan Edgar Allan Poe in Graham’s Magazine het detectiveverhaal ‘The Murder in the Rue Morgue’. Dit verhaal integreert de meeste motieven die typisch zijn voor de detectiveliteratuur en daarvoor slechts sporadisch en verstrooid in literaire voorlopers opdoken. Bijvoorbeeld. Het centrale thema is een moord; gepleegd in een afgesloten ruimte; de politie kan het geval niet de baas; een privédetective die met een vriend (hier de verteller) samenwerkt, wordt de held van het verhaal en lost het raadsel op; het schijnbaar geheimzinnige wordt rationeel verklaard; het in de eerste plaats veronderstelde moordmotief blijkt vals; de eerste verdachte is toch onschuldig enz.
Maar het is niet alleen deze concentratie van motieven die dit verhaal de geschiedenis heeft ingeschreven. Het eigenlijke succes ligt in de voorstelling van de intellectuele kracht waarmee de detective een als zuiver raadsel beschreven misdaad ontrafelt. Bij de voorlopers van de detectiveroman was de misdaad altijd ook (of alleen) als een maatschappelijk en moreel probleem interessant. Anders bij Poe, die daar volledig onverschillig voor blijft.
De constructie van de moord is bij hem tot in de kleinste details onwaarschijnlijk: een criminele orang-oetang is behalve voor zoölogen allerminst interessant. De bizarre en onwerkelijke misdaad dient enkel om het raadseleffect te vergroten en moet zo de intellectuele capaciteiten van de detective benadrukken. Poes speurder Dupin is de belichaming van de wereldvreemde, vernuftige held die door zijn methodische werkwijze de politie het nakijken geeft, zij denkt immers niet out of the box omdat ze bij de waarschijnlijke, realistische mogelijkheden blijft hangen. Epistemologisch gezien, illustreert Dupins oplossing van het raadsel de superioriteit van ‘acumen’ tegenover ‘attention’, van filosofisch scherpzinnige analyse tegenover de geconcentreerde waarneming die voortkomt uit de training en ervaring verworven door de beroepspraxis. Het typische van zijn werkmethode kort gezegd: na eliminatie van wat als onmogelijk gedacht wordt, blijft de juiste oplossing over. Terecht kan men stellen dat dit niet zozeer de weg van de onderzoeker/speurder is maar eerder die van de dichter. Men spreekt dan ook vaak van het esthetische karaker van Poes logica, deze redeneerwijze kan enkel leiden tot een oplossing van zo een raadsel dat door Poe zelf van tevoren is opgebouwd.
Van belang voor Poes invloed is niet de kunst van de deductie zelf, maar de passie voor de deductie, die ook in de twee latere Dupin-verhalen primeert (‘The Mystery of Marie Roget’ (1842); ‘The Purloined Letter’ (1845)). De eigenlijke handelingen worden heel sterk gereduceerd (fysiek blijft Dupin bijna bewegingsloos), het is de zuivere analyse die op de voorgrond treedt. Het hoofdpersonage verschijnt enkel ten tonele om de theorie te illustreren, nevenfiguren dienen als louter materiaal dat de mogelijkheden van het deductieve denkwerk moet aantonen.