Anne Perry’s Victoriaanse misdaadverhalen
What lies beneath
De Victoriaanse tijd is de achtergrond van bijzonder veel (Britse) misdaadverhalen. Scherpe klassentegenstellingen, een verstikkende burgerlijke moraal en geritualiseerde omgangsvormen zijn dan ook boeiende gegevens om te verweven in een verhaal.
Een schrijfster die de Victoriaanse samenleving op een treffende manier schetst is Anne Perry. Ze is vooral bekend door twee reeksen die zich afspelen in het 19de-eeuwse Londen: een reeks met inspecteur Thomas Pitt in de hoofdrol en een reeks rond speurder William Monk.
De reeks rond Pitt is de meest luchtige van toon: het privéleven van de detective komt ook aan bod en er zijn pittige beschrijvingen van het dagelijks leven in opgenomen. In de meeste boeken zijn er allerlei troebele geheimen verborgen achter de respectabele façade van een bourgeoisgezin: incest, overspel, homoseksualiteit… De nood om ‘de schijn op te houden’ is vaak de drijfveer van de misdaad.
In het eerste boek ‘The Cater Street Hangman’ (verschenen in 1979) wordt het dienstmeisje van de welgestelde familie Ellison gewurgd aangetroffen. Charlotte, een van de drie dochters, wordt verliefd op de jonge inspecteur die het onderzoek leidt. Hoewel hij ver ‘beneden haar stand’ is, trouwen ze. Charlotte, een eigenzinnige en intelligente vrouw, speelt een grote rol in de oplossing van elke zaak. Door haar afkomst en connecties – haar jongere zus is met een aristocraat getrouwd – heeft ze toegang tot de salons en landhuizen van de verdachten.
De eerste tien à vijftien delen (in totaal zijn er al 26 en de reeks wordt nog voortgezet) zijn wat mij betreft de boeiendste, met als uitschieters: Callander Square, Paragon Walk en Silence in Hanover Close.
De recentere delen zijn naar mijn mening minder interessant. Pitt raakt dan betrokken bij de louche machinaties van een kring vooraanstaanden, de ‘Inner Circle’. De plot draait vaak om complottheorieën; de ‘sociale’ insteek die de eerdere verhalen zo boeiend maakten, komt minder aan bod.
De serie rond William Monk (17 delen) is donkerder van toon. De hoofdpersoon is een politieman met geheugenverlies die aan de kost komt als privé-detective. Zijn sidekick is verpleegster Hester Latterly, die met Florence Nightingale in de Krim werkte. De twee eerste delen zijn vertaald in het Nederlands: De man zonder gezicht en De treurende moordenaar.
Anne Perry heeft ook een aantal romans over WOI en twee fantasyverhalen geschreven. Volgens haar beknopte autobiografie (op www.anneperry.net) spreken haar religieuze overtuigingen daar het duidelijkst uit. Ze is namelijk al veertig jaar lid van ‘The Church of Jesus Christ of Latter Day Saints’ (de mormonen).
Haar meest recente werk ‘The Sheen on the Silk’ speelt zich af in het Byzantium van de 13e eeuw. Het is een ambitieuze historische roman met een – volgens mij – warrige plot. Er zijn heel wat lezers die er een uitgebreide recensie (o.a. op Amazon) aan gewijd hebben. De meningen erover zijn verdeeld. In elk geval zijn er velen, onder wie ikzelf, die vinden dat Anne Perry op haar best is als ze inspecteur Pitt er op uit stuurt om een huiselijk drama op te lossen.